Strijd om het behoud

1992-1997

De voormalige studentbewoners behoeden de Ravelijn uiteindelijk voor de sloop. Van de gemeentelijke plannen om de Ravelijn te slopen, werd tien jaar niets vernomen. Pas in september 1992 kwam meer duidelijkheid. De Ravelijn zou volgens de plannen op korte termijn worden vervangen door nieuwbouw. Ook zouden op het onbebouwde terrein ten zuiden van de wijk nieuw te bouwen woningen komen. Om de wijk te behouden werd een bewonersvereniging opgericht. Die deed ook haar beklag over het slechte onderhoud van de huizen. Volgens de bouwvereniging had dit alles te maken had met de onzekere toekomst van de Ravelijn.

Uiteindelijk zou de bewonerscampagne om de wijk te redden bijna vijf jaar duren. Het gemeentebestuur wilde wat betreft de sloopplannen van de Ravelijn een nieuwe afweging maken. De bedoeling was dat woningcorporatie Servatius in overleg met de bewoners een onderzoek zou doen naar de toekomst van de wijk. De gemeente zou aan de zijlijn blijven en alleen de randvoorwaarden aangeven.

De woningcorporatie was voorstander van sloop om plaats te maken voor nieuwbouw, de bewoners vonden dat de bestaande huizen na een behoorlijke opknapbeurt nog jaren mee zouden kunnen. Het adviesbureau dat voor woningcorporatie Servatius werkte, kwam tot de conclusie dat de Ravelijn het best kon worden gesloopt en vervangen door nieuwbouw. De wetenschapswinkel van de Rijksuniversiteit Limburg stelde vast dat de Ravelijn als oudste originele woonschool in Nederland van grote cultuurhistorische waarde is.

Pas twee jaar later, in april 1995, gingen beide partijen met elkaar en een bemiddelaar aan tafel. De nieuwe werkgroep TORA (Toekomst Ravelijn) waarin vertegenwoordigers van de bewoners en de woningcorporatie zaten, werkte twee toekomstscenario’s uit: een herstel- en een nieuwbouwscenario. Het herstel hield in dat de bestaande huizen werden opgeknapt en nog minimaal vijftien jaar zouden blijven staan. Nieuwbouw voorzag in de bouw van 115 woningen. In 1996 werd het voorstel gepresenteerd. De bewoners waren voor het herstel, de bouwvereniging voor nieuwbouw.

Beiden partijen stonden lijnrecht tegenover elkaar en de politiek moest beslissen. Na een jaar. in april 1997 werd besloten dat de Ravelijn zou worden opgeknapt en nog minimaal vijftien jaar zou blijven staan. Servatius kreeg een coördinerende rol toegewezen bij de invulling van het terrein ten zuiden van de Ravelijn. Er was sprake van flats, eengezinswoningen en/of een woonwagenkamp. In 2010 zou opnieuw worden bekeken hoe de toekomst van de Ravelijn eruit zou komen te zien.

Renovatie en Verbouwing

Tussen april 1998 en april 1999 heeft Woningstichting Sint Servatius de 104 huisjes van de Ravelijn voor 2,6 miljoen gulden opgeknapt. Dat is twee keer zo veel geld als de huisjes in 1955 hebben gekost. Om de wijk een wat vrolijker aanzien te geven werd daarna begonnen met het schilderen van de buitenmuren. Die schilderbeurt startte overigens bijna een jaar later dan gepland omdat de bewoners en de architect het niet eens konden worden over de kleur. Uiteindelijk heeft de woningstichting toen maar een keuze gemaakt. De binnenring werd geel-blauw geschilderd, de buitenring geel. De kosten bedroegen 650.000 gulden. In november 1999, tweeënhalf jaar na ondertekeing van het convenant, was De Ravelijn eindelijk helemaal opgeknapt.

Behalve dat de buitenmuren zijn geschilderd, is tussen 1955 en 2020 niets veranderd aan het uiterlijk van de wijk. Zelfs het beeld van De Goede Herder en de gedenksteen van de Centrale Caritas sieren nog steeds in het wijkgebouw. Zo blijft een tastbaar aandenken aan het Maastrichtse woonschoolverleden voorlopig behouden.

Twaalf stadsvilla’s naast de Ravelijn

Inmiddels (in 2019) is op het zogenoemde Standaardterrein gestart met de bouw van twaalf stadsvilla’s en de aanleg van een ontsluitingsweg, waarvoor drie volkstuintjes moesten wijken. Na meer dan twee jaar intensieve strijd van de bewoners van de Ravelijn en omringende straten om het terrein ten Zuiden van de Ravelijn te behoeden voor bebouwing vonden de rechters van de Raad van State de ingebrachte bezwaren geen reden om dit te verbieden. Natuurwaarden, het  schootsveld, het bijzondere karakter en de geïsoleerde ligging van de woonschool  konden de rechters niet overtuigen. De beschermde vroedmeesterpad, alpenwatersalamander, hazelworm en muurhagedis maar ook een monumentale notenboom, Noorse essen en appelboom ruimden letterlijk het veld voor de nieuw te bouwen  woningen. De groene toegang naar de Hoge Fronten, een uniek stukje natuur, midden tussen de stadse bebouwing wordt binnenkort geblokt door een rij van witte muren.

De uitspraak van de Raad van State d.d. 15 januari 2020 op Beroep vind je hier